“Mijn kind is lui en wil niet op sport”, een veelgehoorde kreet. Helaas is dit niet altijd het juiste oordeel. Veel kinderen die niet willen sporten voelen zich onzeker of zijn zelfs bang. Ze durven niet tot bovenin het wandrek te klimmen, zijn bang om een bal tegen hun hoofd te krijgen of durven geen koprol te maken. Het wordt tijd om dit soort angsten te herkennen.
Het buitenbeentje van de klas
Tijdens de gymles is er altijd wel een kind dat aan de zijlijn staat. Het wil niet meedoen of verzint smoesjes om er onderuit te komen. Soms zijn dit heel onzekere kinderen, ze hebben weinig vriendjes en zijn altijd het buitenbeentje van de klas.
Het kan ook dat het kind lichamelijke of psychische klachten heeft. Is dit voor de ouders én sportleraar duidelijk, dan wordt ook veel sneller geaccepteerd dat het kind niet (goed) meedoet. Maar wat doe je wanneer het kind écht bang is om te bewegen of zich te verwonden? Dan is het een kwestie van het kind meer zelfvertrouwen geven.
Stimuleren om iets te doen wat het kind leuk vindt
Ouders zijn dol op sportieve kinderen. Jongens op voetbal, meisjes op ballet. Het klinkt heel klassiek en dat is het ook, gelukkig hebben kinderen tegenwoordig ruime keuze uit verschillende sporten. Hierdoor is het damesvoetbal populair en zijn er genoeg jongens die voor de mildere sporten kiezen.
Probleem is dat een kind niet altijd iets doet wat het leuk vindt. Die verplichte gymles, daar valt niet onderuit te komen. Maar dat ouders een beetje pushen om op een bepaalde sport te gaan, dat is natuurlijk minder leuk. Om zijn ouders te plezieren zal het kind vaak zeggen dat het de sport wél leuk vindt. Een valkuil, want zolang het kind niet iets doet dat het zelf leuk vindt blijven angsten bestaan.
Stap voor stap leren sporten
Het leren lopen is niet op één dag gebeurd, voor sporten moet net zoveel tijd worden uitgetrokken. Het ene kind beweegt soepel en zelfverzekerd terwijl het ander echt wel begeleiding en stimulatie nodig heeft. Durft het kind niet over de hoge bok te springen? Gewoon de bok wat lager zetten, of desnoods eerst met een klein krukje uitproberen (dat moet natuurlijk wel stabiel staan).
Het moet helemaal geen probleem zijn wanneer het kind niet tot bovenaan in het wandrek durft te klimmen. Stapje voor stapje en treetje voor treetje, waarbij stimulatie en beloning heel belangrijk is. De angst zit hem soms ook in het oplopen van verwondingen. Een harde bal tegen het hoofd, valpartijen of ergens vanaf vallen, sommige kinderen gaan zich uit angst verbergen of heel voorzichtig bewegen.
Verschillende sporten uitproberen
Jonge kinderen zijn nog tornado’s, het is op deze leeftijd heel normaal om niet exact te weten wat je wil. Komt hier angst voor sport bij kijken, dan is het heel makkelijk om voor de meest veilige sport te kiezen. Of liever nog: helemaal niet sporten. Beweging is ontzettend belangrijk, op elke leeftijd. Wanneer het kind verschillende sporten mag uitproberen groeit het zelfvertrouwen. Bovendien ontdekt het kind wat het wel maar ook wat het niet leuk vindt.
Push kinderen niet in een bepaalde richting. Ze hoeven geen profvoetballer, topruiter of de snelste zwemmer te worden. Voor kinderen is het veel belangrijker dat ze bewegen, in welke vorm dan ook. De keuze voor een bepaalde sport komt later wel. Of helemaal niet, dat is ook prima. Dan heeft het kind het in ieder geval wel uitgeprobeerd.
Multisport is de ideale manier om kinderen kennis te laten maken met verschillende aspecten van sport en spel. Alles in groepsverband, waarbij het kind ook nog eens aan zijn sociale vaardigheden werkt. En toegeven, samen wat onzeker zijn over sport is altijd beter dan er alleen voor staan.